Blog
id
12

Voedselbos of Voedselpark

Menno Swaak

Zie ook Voedselbosrand cursus

Nadat de permacultuur buurt-en gemeenschaptuinen erg populair waren, is nu het voedselbos helemaal in.
Maar het voedselbos zal in de stad niet echt kunnen doorbreken. Veel meer kans geef ik aan het Voedselpark, parken die in veel opzichten lijken op de parken die we nu hebben met open ruimten en dichter begroeide delen, maar waar de bewoners vooral eetbare gewassen zijn: vaste planten dus, zoals noten- en fruitbomen en -struiken, blad-, stengel-, bloem- en vruchtgewassen en kruiden. Door een doordacht ontwerp vormen deze planten samen sterke, veerkrachtige ecosystemen, die ook de habitat zijn voor allerlei dieren.
De parken moeten daarvoor omgebogen worden naar voedselbosranden, een proces van jaren en jaren. Een walnoot is misschien pas na 15 jaar echt productief, een appelboom pas ergens tussen de 5 en 10 jaar. Ondertussen kunnen andere gewassen, zoals het kleinfruit al voor het nodige eten gaan zorgen. De ontwikkelingen in zo'n park volgen de natuurlijke successie, maar dan versneld door de mens en gericht op productie voor de mens. Maar... met respect voor en gebruikmakend van de manier waarop de natuur dat zelf wil doen en met daarin plaats voor andere planten en dieren waarmee wij deze planeet delen.

Een goed aangelegd Voedselpark is een feest van biodiversiteit, is een provisiekamer van allerlei eetbare gewassen, een voorbeeld van samenhang, samen gaan en samen leven, een Ark van Noach bijna... Zo'n park moet nog steeds de kwaliteiten van schoonheid kunnen laten zien door een spel van vormen, lagen, kleuren en patronen. Toch zal het er anders uitzien: keurig aangeharkte parkjes met maar één soort verdwijnt ten gunste van zogenaamde plantengemeenschappen. Deze bij elkaar horende planten en plantenfamilies zijn het hart van de sterke ecosystemen die ze samen vormen, maar wat een pracht aan diversiteit en vormen, kleuren, geuren en smaken kan dat opleveren. Wie vooral van een verzameling keurig aangeharkt en geschoffeld veldjes monocultuur houdt, zal het ontzettend moeilijk hebben. Maar wie zich laat aanspreken door veelzijdigheid en de vitaliteit van ogenschijnlijke chaos, is al snel gewonnen voor een stad die doorregen is van collecties van de honderden eetbare en ondersteunende planten met al dat leven er op, er in en er uit!

Voedsel voor de (nabije) toekomst zal komen van kleine stukjes intensief en zorgvuldig bewerkte moestuinen in onze voor en achtertuinen, stukken berm en ander openbaar groen en uit de Voedselparken, die we realiseren in bestaande parken en natuurgebieden. We zullen heel andere normen en waarden gaan hanteren voor het aanleggen en onderhoud van onze groene(?) omgeving. Onze parken, bossen, groene landschappen, sportcomplexen zullen vooral Eetbaar moeten voor de mens èn tegelijkertijd zorgen dat insecten, vogels en andere dieren kunnen (over)leven.

Onze taak is niet alleen zorgen voor voedselzekerheid en voedsel autonomie in en uit onze regio, maar daarmee en daardoor ook tegelijkertijd de bedreigde natuur herstellen en zorgen voor natuurlijke, veerkrachtige evenwichten.
Er is maar één manier om zelf in ons voedsel te voorzien èn de andere uitdagingen van deze tijd aan te pakken, zoals klimaat, weersextremen, verlies van bodemvruchtbaarheid, verdwijnende bijen- en insectenpopulaties, diversiteit in kwaliteit van voedselgewassen, oppervlakte en grondwater, luchtkwaliteit, dreigend gebrek aan nutriënten, en die manier is natuurlijke, natuurinclusieve land- en tuinbouw en een beetje veeteelt.
Oplossingen, die niet àl die problemen aanpakken, zouden we zo spoedig mogelijk moeten skippen.

Volwaardige voeding

Voor volwaardige voeding heb je maximale omstandigheden nodig: een gezonde bodem, zon, wind en water. De stofjes, die de plant ontwikkelt om zich te sterken en zich te beschermen tegen bedreigingen en invloeden van insecten, schimmels en weer, geven de plant weerstand. Wij als mens kunnen van deze kwaliteiten profiteren voor onze eigen gezondheid en weerstand. Planten, die in een steriele omgeving opgroeien, ontwikkelen dat niet en daarom is productie in een natuurlijke omgeving ver te prevaleren boven die in een laboratorium situatie groeien.
Gelet op de groeiende schaarste aan nutriënten, de wenselijkheid om meer van ons voedsel van dichtbij te betrekken (en zo energie te sparen) de noodzaak van kwaliteit boven kwantiteit (voor onze gezondheid) en de beperkingen die het in eigen regio produceren met zich meebrengt (je eet vooral streek- en seizoensgebonden gewassen) zal ons er aan doen wennen dat ons dieet er anders uitziet en dat de gewassen, die we kennen er anders uitzien, met name kleiner en wat anders gaan smaken. De rassen die we kweken zijn zelf gezonder en ook gezonder voor ons.

In en om de stad zal park en perk voedselpark en voedselperk moeten gaan worden. Simpelweg omdat we voedsel binnenkort niet mee van veraf willen of kunnen halen. Moet het van dichtbij komen dan zullen we ons hele landschap en onze stedelijke omgeving daarop moeten inrichten. Door schaarst aan grondstoffen en door schade aan het milieu door gebruik kunststoffen, kan dat alleen verantwoord op natuurlijke wijzen van voedselproductie. Doen we dat niet en denken we dat grootschalige laboratoriumachtige situaties, zoals kassen, ons voedselprobleem kunnen oplossen (en dat kan misschien qua volume) dan zal het volgende probleem over ons heen walsen. En dat is het gebrek aan natuur, dat we hebben laten ontstaan: het verlies aan bodemleven en voeding in de bodem, het verlies aan biodiversiteit en de impact van extreem weer, vervuiling, verschraling en ontbrekende veerkracht.
Er is maar ÉÉN oplossing voor ons en dat is Eetbare Stad Den Haag. Je moet eens bedenken wat dat allemaal kan opleveren voor en in onze leefomgeving. De vergaande vergroening, de betrokkenheid van kleine boertjes en tuinders in de directe omgeving. Producent en klant heel dicht bij elkaar, controle op kwaliteit en groeiomstandigheden, nieuwe werkgelegenheid door bedrijvigheid voor het verder verwerken van de oogst, voedselparkwachters, tuinlieden, schillenboeren en noem maar op.

Bijkomend voordeel is dat een groot deel van het benodigde transitieproces ingezet en uitgevoerd gaat worden door ons burgers. De overheid is vooralsnog veel te traag, veel te log, weinig flexibel en teveel gebonden aan allerlei bestaande belangen en procedures. Eigenlijk is dat een groot voordeel. Het geeft ons handvatten om onze leefomgeving om te vormen.....